29 juni 2022

Top Shell persoonlijk aansprakelijk?

VRIJDAG 29 APRIL 2022 Vorig jaar mei heeft de rechtbank in Den Haag bevolen dat Shell de jaarlijkse uitstoot van het broeikasgas kooldioxide in 2030 heeft gehalveerd, gehalveerd ten opzichte van 2019. Het bedrijf moet een andere koers gaan varen om aan dat bevel te kunnen voldoen, maar volgens Milieudefensie heeft Shell nog geen enkele stap in de goede richting gezet in het afgelopen jaar.     

Daarom hebben advocaten van Milieudefensie de bestuurlijke top van Shell begin deze week per brief gewaarschuwd dat ze hun persoonlijk aansprakelijk zullen gaan stellen, als ze er niet gauw voor zorgen dat het bedrijf die stappen alsnog zet. 

Het vonnis van 26 mei vorig jaar is uitgesproken tegen Royal Dutch Shell, vroeger in Nederland ook Koninklijke/Shell Groep genaamd. Sinds januari van dit jaar is Shell niet meer koninklijk en heeft het ook geen Nederlands hoofdkantoor meer. Het bedrijf heet nu dan ook alleen nog maar Shell.  

Shell is net als Royal Dutch Shell een rechtspersoon. Het rechterlijk bevel van vorig jaar was dus tot een rechtspersoon gericht. Een rechtspersoon is een persoon die geen natuurlijke persoon is. Mensen zijn natuurlijke personen. Een persoon die geen mens is, is dus een rechtspersoon. Vereniging, stichting en naamloze vennootschap zijn rechtspersonen. Een naamloze vennootschap wordt meestal afgekort tot NV. Shell was tot zo’n twintig jaar geleden een NV.

In beginsel is de bestuurlijke top van een NV niet persoonlijk aansprakelijk voor wat hun NV doet of nalaat. Dat is anders bij faillissement of bij het verstrekken van misleidende financiële informatie. Dan kunnen de leden van de raad van bestuur en van de raad van commissarissen op grond van expliciete wetsbepalingen in het Burgerlijk Wetboek wél persoonlijk aansprakelijk zijn.

Sinds twintig jaar is Shell geen NV meer, maar een PLC. PLC is een officiële afkorting voor Public Limited Company. Een PLC is een Britserechtspersoon. Net als natuurlijke personen hebben namelijk ook rechtspersoneneen nationaliteit. Zoals iemand bijvoorbeeld Nederlander, Brit of Oekraïner is, zo kan ook een rechtspersoon Nederlands, Brits of Oekraïens zijn. NV, stichting en vereniging zijn Nederlandse rechtspersonen (of Belgische). Van alle Nederlandse rechtspersonen lijkt de Britse PLC het meest op de NV. 

De brief die Milieudefensie begin deze week schreef, is gericht tot de (bestuurlijke) top van Shell PLC. Die top bestaat bij Shell uit de Board of Directors en de Executive Committee. De Executive Committee is vergelijkbaar met een raad van bestuur van een NV. Volgens het jaarverslag 2021 bestaat hij bij Shell uit negen mensen. Eén van hen is de Chief executive officer, de CEO; een CEO is vergelijkbaar met de bestuursvoorzitter van een NV. De Board of Directors met die van de raad van commissarissen van een NV. Bij Shell bestaat hij volgens het jaarverslag uit twaalf mensen, waaronder een Nederlandse ex-minister. Ook de CEO is lid van deze Board. Al deze mensen krijgen de waarschuwing dat ze persoonlijk aansprakelijk zullen worden gesteld als Shell haar koers niet verlegt naar een veel klimaatvriendelijkere richting.

Hun persoonlijke aansprakelijkheid wordt in de brief gebaseerd op onrechtmatige daad. Ook in het vonnis van de Haagse rechtbank van mei vorig jaar wordt het bevel aan (Royal Dutch) Shell gebaseerd op onrechtmatige daad. In het Nederlandse recht staat in artikel 162 van het (zesde boek van het) Burgerlijk Wetboek wat een onrechtmatige daad is: Als onrechtmatige daad worden aangemerkt een inbreuk op een recht en een doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht of met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt, een en ander behoudens de aanwezigheid van een rechtvaardigingsgrond. Deze wetsbepaling is heel erg algemeen geformuleerd, vooral het gedeelte na de laatste ‘of’ is dat. Van een expliciete wetsbepaling die de bestuurlijke top van een rechtspersoon persoonlijk aansprakelijk maakt voor schending van klimaatverplichtingen is dus geen sprake. Dat betekent echter niet dat de rechter hen niet op basis van deze wetsbepaling persoonlijk aansprakelijk zal kunnen maken. De rechter heeft op basis van artikel 162 (en haar voorloper in het vorige Burgerlijk Wetboek) namelijk voor de meest uiteenlopende gedragingen aansprakelijkheid aangenomen, zoals voor het open laten staan van een kelderluik in de gang naar het toilet van een café en voor het afbreken van vergevorderde onderhandelingen. Het is trouwens de vraag of op de kwestie van de persoonlijke aansprakelijkheid van de bestuurlijke top van Shell het Nederlandse recht toepasselijk is en de Nederlandse rechter bevoegd is om zich over die vraag te buigen. Dat kan namelijk ook het recht en de rechter van een ander land zijn.   

(Mr. Leon)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *