VRIJDAG 27 MEI 2022 In België kan men vanaf 150 euro investeren in een schilderij van de Belgische schilder James Ensor. Het is het schilderij Carnaval de Binche, een van zijn latere werken (uit 1924). De aanbieder zegt dat men door zo’n investering ‘onrechtstreeks eigenaar’ wordt van het kunstwerk. Wat is dit voor aanbod en wordt men daardoor inderdaad onrechtstreeks eigenaar van het schilderij?
TOKENHOLDERS De aanbieder heeft het schilderij gekocht voor 1,2 miljoen euro. Zolang de voorraad strekt kan iedereen die dat wil zich ‘Notes’ aanschaffen. Op basis van blockchain technologie zijn deze Notes beschikbaar in de vorm van Tokens. Investeerders zijn dus houders van Tokens; de aanbieder noemt hen dan ook ‘Tokenholders’.
150 EURO De aanbieder biedt een Token aan voor 1,20 euro; daar komt dan 21 cent bij aan kostenvergoeding (dat is ruim 17%). Je moet voor minstens 150 euro aan Tokens aanschaffen. Het aantal beschikbare Tokens is beperkt en ik begrijp uit de NRC van maandag 9 mei dat de Tokens inmiddels op zijn.
DOORVERKOOP Een Tokenholder mag zijn Tokens doorverkopen, aan een andere Tokenholder of aan een derde. De prijs daarvan ligt niet vast. Tokenholder en koper mogen die helemaal zelf bepalen. Koper wordt dan Tokenholder.
MOEDER EN DOCHTER De aanbieder noemt zichzelf ‘Emittent’. Het is een Luxemburgse vennootschap met beperkte aansprakelijkheid. Zoals Nederlandse vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid – de BV en de NV – is het kapitaal van deze Luxemburgse vennootschap in aandelen verdeeld. De aandelen van de aanbieder zijn in handen van een Belgische vennootschap. De aandelen van deze laatste vennootschap zijn in handen van vier mensen. De aanbieder/Emittent is dus een Luxemburgse dochter van een Belgische moeder.
VERKOOP De aanbieder heeft zich verplicht om het schilderij Carnaval de Binche weer te verkopen en daarbij zijn best te doen om dat tegen een zo hoog mogelijke prijs te doen. Hij mag het schilderij niet meteen verkopen. Dat mag in principe pas over tien jaar (vanaf 2032). En als er dan geen koper is die er genoeg voor wil betalen, mag het ook dan nog niet en moet verkoop zo nodig drie jaar worden uitgesteld. Pas in 2035 mag het schilderij tegen elke prijs worden verkocht; aanbieder moet ook dan steeds zijn best blijven doen voor een zo gunstig mogelijke deal.
INLEG EN RENTE Wanneer is de prijs van het schilderij hoog genoeg om het al vanaf 2032 te mogen verkopen? Dat is het geval als de Tokenholders uit de verkoopopbrengst hun inleg mét rente terugkrijgen. Zoals gezegd bedraagt de inleg 1,20 euro per Token. De rente is ½ % per jaar en wordt niet vóór de verkoop uitbetaald.
EN RISICO Vanaf 2035 kan het schilderij ook voor minder worden verkocht. Afhankelijk van hoe laag die verkoopprijs is, krijgen zij dan minder dan ½ % rente uitbetaald (of zelfs helemaal geen rente) en kunnen ze zelfs een deel van hun inleg niet terugkrijgen. Het risico van een tegenvallende verkoopopbrengst ligt dus (volledig) bij de Tokenholders.
WINSTUITKERING (EN RISICO) Als de verkoopopbrengst juist reuze meevalt doordat de koper een hoge prijs wil betalen, dan hebben de Tokenholders niet alleen recht op hun inleg en de ½ % rente per jaar, maar bovendien op een winstuitkering (‘surplus’). Het risico dat er geen koper wordt gevonden die bereid is om een hoge prijs te betalen is echter helemaal voor de Tokenhouders.
EIGENAAR Tot zover het aanbod. Wie dit aanbod aanvaardt – de Tokenholders dus – is volgens de aanbieder ‘onrechtstreeks eigenaar’ geworden van een stukje van het schilderij. Maar is dat wel zo? Ik denk namelijk van niet. De enige eigenaar van het schilderij is de aanbieder, de Luxemburgse vennootschap. In het Nederlands recht is het volgens artikel 239 van het Tweede Boek van het Burgerlijk Wetboek zo dat het bestuur van de vennootschap het eigendomsrecht op het schilderij zou uitoefenen; ik neem aan dat dit ook zo is in het Luxemburgs recht.
EIGENDOM Ik lees nergens welk recht op de eigendom van het schilderij toepasselijk is, maar in het Nederlands recht is het volgens artikel 1 van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek zo dat eigendom het meest omvattende recht dat een persoon op een zaak kan hebben. De eigenaar mag een zaak zoals een schilderij dus bijvoorbeeld in de directiekamer ophangen, uitlenen (aan museum), onderzoeken (laten door deskundige), verhuren (aan particulier), verpanden of verkopen en overdragen. In het recht van andere landen zal dit toch niet veel anders zijn.
ONRECHTSTREEKSE EIGENAAR Tokenholders mogen dit alles niet. Zij zijn dan ook geen eigenaar van het schilderij. Ze zijn evenmin deelgenoten/mede-eigenaren aan wie het schilderij in gemeenschap toebehoort. Overigens zegt de aanbieder ook nergens dat ze eigenaar of mede-eigenaar van het schilderij zijn. Wat hij wel zegt, is dat ze onrechtstreeks eigenaar van het schilderij zijn. Ik heb nergens gelezen wat hij bedoelt met een onrechtstreekse eigenaar, maar ik neem aan dat hij daarmee bedoelt dat een persoon de eigenaar kan ‘dwingen’ tot een bepaalde uitoefening van het eigendomsrecht. Van zo’n dwang is sprake als die persoon hem daartoe een concrete aanwijzing kan geven die hij moet naleven. Zo’n aanwijzing moet door de eigenaar worden nageleefd omdat de persoon dat in rechte van hem kan afdwingen of omdat die persoon hem anders kan ontslaan en vervangen door een ander (die zijn aanwijzing wel wil naleven).
AANWIJZING Ik denk niet dat de (gezamenlijke) Tokenholders zo’n aanwijzing kunnen geven. De uitoefening van het eigendomsrecht van het schilderij gebeurt zoals gezegd door het bestuur van de Luxemburgse vennootschap. In het Nederlands recht is het volgens artikel 239 niet uitgesloten dat de aandeelhoudersvergadering of een ander vennootschapsorgaan het bestuur van een BV concrete aanwijzingen kan geven die in rechte afdwingbaar zijn en kan de aandeelhoudersvergadering het bestuur ontslaan volgens artikel 242. Ik weet niet of dit ook zo in het Luxemburgse recht is geregeld. Als ik er voor het gemak van uitga dat dit inderdaad het geval is, dan geldt het volgende. De Luxemburgse aanbieder van het schilderij heeft slechts één aandeelhouder: een Belgische vennootschap. Deze Belgische vennootschap kan dus als onrechtstreekse eigenaar van het schilderij worden gezien. De aandelen van deze Belgische moeder zijn op hun beurt in handen van (vier) mensen. Op een Belgische vennootschap is natuurlijk Belgisch recht toepasselijk. Als ik er voor het gemak van uitga dat ook de Belgische wet hier op hetzelfde neerkomt als de Nederlandse, dan kan zowel het bestuur van de Belgische vennootschap als de vergadering van haar vier aandeelhouders als onrechtstreekse eigenaar van het schilderij worden beschouwd. Echter: de Tokenholders vormen geen orgaan van de Luxemburgse of Belgische vennootschap en kunnen dus niet als onrechtstreeks eigenaar van Carnaval de Binche worden gezien.
BRON Ik ben in dit blog uitgegaan van wat ik over het aanbod heb gelezen op de website van de aanbieder (Rubey.be), zoals de Informatienota. De ‘Terms and Conditions’ waarnaar hierin wordt verwezen zijn niet openbaar en heb ik dus niet kunnen lezen.
(Mr. Leon)