VRIJDAG 3 FEBRUARI 2023 De prijzen die de consument moet betalen voor gas en elektriciteit zijn in het afgelopen jaar de pan uitgerezen. Vooral in het lopende winterseizoen hebben velen de grootste moeite om hun maandelijkse energierekening op tijd te kunnen betalen, ook al biedt de overheid enige financiële compensatie. Wat zijn de rechtsgevolgen als een consument de elektriciteits- en gasrekening niet op tijd betaalt aan zijn energieleverancier?
OVEREENKOMST De energieleverancier is de partij die stroom en gas levert aan o.a. consumenten. Dat gebeurt op basis van een overeenkomst tussen hen (leveringsovereenkomst). Consument en energieleverancier zijn dus de partijen bij deze overeenkomst. In ons land zijn er heel wat energieleveranciers. Ik noem hier Essent, Eneco en Vattenfall. De leveringsovereenkomst houdt o.a. in dat de energieleverancier gas en stroom (elektriciteit) levert, terwijl de consument daarvoor een prijs betaalt. Meestal betaalt de consument maandelijks een voorschot en volgt aan het eind van het jaar de eindafrekening. Die prijs is gebaseerd op een vast tarief (vast contract) of een variabel tarief (flexibel contract).
WEDERKERIGE OVEREENKOMST Beide contracten zijn wederkerige overeenkomsten. Dat zijn overeenkomsten waarin de verplichting van de ene partij tegenover de verplichting van de andere partij staat, zie artikel 261 van het Burgerlijk Wetboek (boek 6). Zo staat bij een leveringscontract de verplichting van de leverancier om elektriciteit en gas te leveren tegenover de verplichting van de consument om de prijs te betalen. Leveringscontracten zijn niet de enige wederkerige overeenkomsten. Andere voorbeelden zijn huurovereenkomst, arbeidsovereenkomst en geldleningsovereenkomst.
OPSCHORTING Zolang bij een wederkerige overeenkomst de ene contractspartij zijn verplichting niet nakomt, hoeft de andere partij zijn eigen verplichting evenmin na te komen. Dit heet opschorting, zie artikel 262 van het Burgerlijk Wetboek (Boek 6). Het gaat in dit wetsartikel alleen over de hoofdverplichtingen van partijen. Bovendien gaat het alleen over opeisbare hoofdverplichtingen. Bij leveringscontracten is de hoofdverplichting voor de leverancier de levering van elektriciteit en gas en voor de consument is dat de betaling van de prijs. Die laatste verplichting is opeisbaar zodra het maandelijkse voorschot moet worden betaald. Opschorting in zo’n contract betekent dat de levering van elektriciteit en gas wordt opgeschort. Anders gezegd: elektriciteit en gas worden afgesloten.
IN HET ALGEMEEN NIET In het algemeen worden aan het gebruik van een opschortingsrecht geen procedure-eisen gesteld. Procedure-eisen zouden kunnen zijn dat er voorafgaand aan de opschorting betalingsherinneringen worden gestuurd of (gunstige) betalingsregelingen worden aangeboden. Uit literatuur en rechtspraak volgt dat dit in het algemeen niet nodig is. In het algemeen hoeft de opschortende partij zelfs geen mededeling te doen over waarom hij opschort en ook niet dát hij opschort, tenzij de wederpartij er niet van op de hoogte is dat hijzelf zijn eigen hoofdverplichting niet is nagekomen.
MAAR BIJ AFSLUITING WEL In het algemeen is dat alles niet nodig. Dat is echter anders bij opschorting van de levering van gas en elektriciteit. Daaraan worden in de wet namelijk wél procedure-eisen gesteld. Voor afsluiting in de winterperiode zijn die procedure-eisen strenger dan in de rest van het jaar en – als gevolg van de sterk gestegen energie- en gasprijzen – zijn ze in het lopende winterseizoen nog strenger gemaakt dan in vorige winters het geval was. De wettelijke regeling waarin ze staan is gemaakt door de minister van Economische Zaken. Dat is de (ministeriële) Regeling afsluitbeleid voor kleingebruikers van elektriciteit en gas. Deze regeling is gebaseerd op de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet.
BETALINGSHERINNERINGEN EN MEER Die procedure-eisen bestaan er o.a. uit dat vóór de afsluiting van gas en elektriciteit betalingsherinneringen moeten worden gestuurd en een (gunstige) betalingsregeling moet worden aangeboden. Zo moeten er in het lopende winterseizoen minstens drie betalingsherinneringen worden verstuurd. En in elk daarvan moet de consument minstens twee weken extra de tijd krijgen om zijn energierekening te betalen. Daardoor krijgt hij tot 1 april a.s. minstens zes weken extra tijd om zijn maandelijkse termijnen te voldoen. Bovendien moet er een betalingsregeling worden aangeboden die ‘redelijk en passend’ is. Volgens de ministeriële regeling is het in elk geval niet redelijk en passend als daarin wordt geëist dat alle reeds vervallen termijnen vóór 1 april zijn betaald.
KLACHT Wat gebeurt er als de consument een betalingsregeling die ‘redelijk en gepast’ is afwijst? Daarover kan het volgende uit de algemene voorwaarden van de energieleveranciers worden afgeleid: afwijzing van een betalingsregeling mag niet tot afsluiting leiden als de consument binnen tien dagen een klacht indient bij de Geschillencommissie Energie. Dan moet eerst het oordeel van de geschillencommissie worden afgewacht voordat tot afsluiting wordt overgegaan.
KWETSBARE CONSUMENTEN Consumenten voor wie afsluiting van gas en elektriciteit (aantoonbaar) zeer ernstige gezondheidsrisico’s tot gevolg zouden hebben, mogen volgens de ministeriële regeling trouwens nimmer worden afgesloten.
Mr. Leon