VRIJDAG 3 MAART 2023 Voor eigen financieel gewin hebben enkele cardiologen in ons land hun hartpatiënten een pacemaker of implanteerbare defibrillator (ICD) opgedrongen. Zo berichtte NRC in een groot artikel op 13 februari jl. Dat kan een strafbaar feit opleveren en heeft dan ook de aandacht van de officier van justitie gekregen. Maar hoe zit het met de privaatrechtelijke aansprakelijkheid van deze cardiologen? Moeten zij de schade vergoeden die hun patiënten hebben geleden?
OVEREENKOMST Een cardioloog houdt zich bezig met de ziekten van het hart. Hij (of zij) kan een patiënt bijvoorbeeld onderzoeken, advies geven of opereren. Zo’n operatie kan bijvoorbeeld de plaatsing van een pacemaker of defibrillator (ICD) zijn. Alles wat zij (of hij) doet, gebeurt op grond van een overeenkomst met de patiënt.
BEHANDELINGSOVEREENKOMST Die overeenkomst tussen patiënt en cardioloog is een geneeskundige behandelingsovereenkomst. De geneeskundige behandelingsovereenkomst is een overeenkomst die in het Burgerlijk Wetboek is geregeld, zie artikelen 446 e.v. van boek 7.
INFORMED CONSENT Patiëntonderzoek, advies en operatie worden in het Burgerlijk Wetboek verrichtingen genoemd. Het zijn verrichtingen ter uitvoering van een behandelingsovereenkomst. Voor élke verrichting is toestemming van de patiënt nodig, zie artikel 450. Die toestemming is voorafgaand aan de verrichting nodig. Toestemming is pas toestemming nadat de cardioloog de patiënt goed over de verrichting heeft geïnformeerd; de informatie moet in een overleg tussen beiden worden gegeven, zoals een gesprek. Anders geldt de gegeven toestemming niet als toestemming. ‘Consent’ voor een verrichting kan rechtens dus alleen maar ‘informed consent’ zijn, zie artikel 448.
INFORMATIE Als het gaat over de plaatsing van een pacemaker of ICD, moet de cardioloog bijvoorbeeld voldoende informatie hebben gegeven over de te verwachten gevolgen en risico’s van deze operatie en eventuele alternatieven voor de operatie.
OVER GEVOLGEN Afgaande op de berichtgeving in de krant is aannemelijk dat de cardiologen niet aan hun verplichting om patiënten goed te informeren hebben voldaan. Zo staat daarin dat een patiënt niet is geïnformeerd over hoe pijnlijk de operatie kan zijn. Dan is er dus over de te verwachten gevolgen niet goed geïnformeerd.
OVER ALTERNATIEVEN Of dat een patiënt een operatie werd aangepraat. Dan is er dus te weinig over alternatieven gesproken.
WAARNA TE WEINIG TIJD Of dat een patiënt onder druk werd gezet om te beslissen (over toestemming) doordat hij of zij te weinig tijd kreeg om over de informatie van de cardioloog na te denken. Dan is informatie dus niet tijdig verstrekt.
GEEN INFORMED CONSENT In al deze gevallen lijkt het erop dat de cardiologen niet aan de verplichting hebben voldaan om hun patiënt goed te informeren en geldt de gegeven toestemming niet als toestemming. De patiënt heeft weliswaar toestemming gegeven, maar die toestemming was geen ‘informed consent’ zoals de wet vereist.
BEWIJSLAST Dat betekent echter nog niet dat de cardiologen dus aansprakelijk zijn, dat zij dus verplicht zouden zijn om de schade van hun patiënten te vergoeden. Daarvoor moet een patiënt namelijk kunnen bewijzen dat hij géén toestemming voor de operatie zou hebben gegeven als de informatieverplichtingen wél waren nageleefd. Voor dat bewijs is méér nodig dan achteraf alleen maar zeggen dat hij die toestemming niet zou hebben gegeven. En zoals overal bij de bewijslastverdeling geldt ook hier: bewijslast is bewijsrisico! Trouwens, het is óók aan de patiënt om te bewijzen dat een cardioloog zijn informatieverplichtingen überhaupt niet had nageleefd. Zie in het algemeen over de bewijslast voor patiënten de bijdrage van M.J.J. de Ridder in het boek ‘Medische aansprakelijkheid: actuele en toekomstige ontwikkelingen’ (Sdu Uitgevers, 2009).
(Mr. Leon)
Volgend blog: vrijdag 31 maart